In 1963 bouwde Verschueren een orgel voor de Gereformeerde kerk van Papendrecht. Adviseur bij de bouw was Dirk Jansz. Zwart. Het orgel werd op 11 oktober 1963 in gebruik genomen. In eerste instantie had het slechts één klavier en een vrij pedaal. Het was de bedoeling om later een rugpositief toe te voegen. Pas in 1987 kreeg Verschueren de opdracht voor het bouwen van dit rugwerk. Het bestaande werk werd opnieuw geïntoneerd. Ook schoven enkele registers van het manuaal naar het nieuwe rugpositief, terwijl hiervoor nieuwe registers in de plaats kwamen. Op 21 januari 1989 is het orgel weer in gebruik genomen met een bespeling door Arie de Bruijn. In 2009 is het orgel door Van den Heuvel schoongemaakt en gereviseerd. Het orgel is ook gedeeltelijk opnieuw geïntoneerd.
Technische gegevens
Hoofdwerk | 10 |
Rugwerk | 8 |
Pedaal | 4 |
Totaal aantal stemmen | 22 |
Manuaalomvang | C-g''' |
Pedaalomvang | C-f' |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Mechanisch |
Windlade(n) | Sleeplade |
Dispositie
Hoofdwerk: Prestant 8', Viola 8', Roerfluit 8', Octaaf 4', Speelfluit 4', Quint 3' - 1989, Octaaf 2' - 1989, Sesquialtera II sterk (discant), Mixtuur IV-V sterk, Trompet 8' (gedeeld).
Rugwerk (1989): Holpijp 8', Quintadeen 8' - C-H uit Holpijp, Prestant 4', Roerfluit 4', Nasard 2 2/3' - 1963, Woudfluit 2' - 1963, Terts 1 3/5', Dulciaan 8', Tremulant.
Pedaal: Subbas 16', Octaafbas 8', Basson 16', Schalmei 4'.
Koppelingen: Hoofdwerk - Rugwerk - 1989, Pedaal - Hoofdwerk, Pedaal - Rugwerk - 1989.
Speelhulpen: Calcant.
Verschillende disposities | De oorspronkelijke dispositie luidde: Manuaal: Prestant 8', Roerfluit 8', Viola di Gamba 8', Octaaf 4', Speelfluit 4', Nasard 3', Woudfluit 2', Mixtuur IV-V sterk, Sesquialtera II sterk (discant), Trompet 8' (B/D), Tremolo. Pedaal: Subbas 16', Octaafbas 8', Basson 16', Schalmei 4'. Koppelingen: Pedaalkoppel. |